Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] [Soms zijt gij in den diepen nacht] Soms zijt gij in den diepen nacht De bron van stiltes suizeling En 't hart dat u wel steeds verwacht Weet van geen ander ding. En gij bewelmt het met uw slaap En bant dit vege leven uit En voert mij waar ik de oogsten raap Die 't hart zo diep versluit. O, om te weten dit verband Van het geheime hart met u Geheim als eenmaal uwe hand 't Bloed nam als bloed van u. O, in het verre steile licht Den weg te weten dien gij gaat Voordat uw glanzende gezicht Mijn slapen gade slaat. O, om bereid, in heldere waak, Eenmaal te wachten weer op u Bevrijd tot eenderen weg als gij En heen te gaan met u. En in uw armen op te gaan In 't zacht geweld, in 't dalend licht. En eenmaal weer aan u te staan Levend om uw gezicht. Gedekt als met een mantel zijn Met u en vage sluimering. [pagina 33] [p. 33] En in 't ontwaken schemering Weten de dood te zijn. Vorige Volgende