| |
| |
| |
Kort intermezzo over verkeerd tabaksgebruik
‘The Commodore was last seen in the water with a stump of cigar in his mouth, waving us on....’
The Official Story of the Merchant Navy: 1939-1944. London. His Majesty's Stationery Office.
HET zij mij vergund, in het midden van deze veel-bedrijvige en kieskeurige verhandelingen over de edele sigaar, een klein intermezzo te maken, en wel over de lofrijke en toch slordige roker, de alledaagse persoon met-de-sigaar, de blazertjes-consument, de stompjes-knauwer, de kleine man en tabaksverbruiker. Hij rookt driekwart, of iets meer, van wat er ter wereld aan sigaren gerookt wordt, en hij vindt er troost en tevredenheid bij.
| |
| |
Wel verre van dat ik hem verafschuw, zomin als de lezer van detective-romans of de bezoeker van ontelbare films, vraag ik mij af, waarom wij - want ook ik rook op mijn tijd blazertjes, en lees gaarne moordverhalen, en ben soms verzot op een banale bioscoopgeschiedenis met een gelukkig einde - waarom wij, zeg ik dus, wij alledaagse mensen, zo gaarne iets van tabak of andere bevrediging van onrust tussen de lippen of voor ogen hebben. Dit gaat namelijk zeer diep, alhoewel zekere intellectuele geesten zullen zeggen, dat het zeer ondiep gaat.
Ter zake, in zake de sigaar. Ik las dezer dagen ‘Merchantmen at War’, hierboven geciteerd, tegen de kosten van one shilling and ninepence, nett. Het was mij ten eerste volmaakt onbegrijpelijk waarom wij, in Nederland, niet zulk een boekje bezitten voor ongeveer een gulden, stikvol foto's, zakelijk en eerlijk, ter verheerlijking of zo men wil waardering van de vaderlandse koopvaardijvloot, die haar vervloekte plicht zo goed heeft gedaan als enig andere.
| |
| |
Ik beken dat ik een zwarte Capstan rookte, en geen vaderlandse sigaar, toen ik dit las; dit kostbare lot deel ik met velen; alhoewel ik er liever een vaderlandse sigaar bij gerookt had. Maar, waar ik thans op komen wilde, is dat ik, juist van zins de laatste verfijningen over het sigarenroken aan den volke kond te doen, om zo te zeggen getorpedeerd werd, tegelijkertijd met dien Commodore van een Engels convooi naar Rusland, waarvan er dan, en geen verhaal uit Homerus is heroïscher, geschreven staat: ‘The Commodore was last seen in the water with a stump of cigar in his mouth, waving
| |
| |
us on.’ God weet wat voor stompje sigaar dat was; maar als er in den jare vierduizend en zeven en veertig niets anders in de puinhopen van Europa valt te ontdekken dan deze korte tekst, zal men nog altijd begrijpen wat een zeeman, een held en een sigaar voor ons was.
En toch zeg ik, kieskeurig sigarenroker, dat de Commodore maar op een stompje kloof. Als menselijk tabaksverbruiker zie ik hem daar drijven, tussen leven en dood. Ik zie zelfs veel meer: ik zie de ten dode gedoemde bezetting op de bouwvallige wallen van Alkmaar en Haarlem staan, met een neuswarmertje, een kort pijpje met slecht tabakskruid tussen de lippen; ik zie ze, in deze latere oorlog, iedere nieuwe arrestant in Scheveningen en elders, de kruimels tabak uit de zak krabben, om een halve sigaret te roken.
Men kan er kort of lang over praten: tabak is een ding in de wereld, als goud, graan, olie, alcohol en vrouwelijke schoonheid; het is dwaas geworden alleen over de gouden
| |
| |
standaard te spreken, de hele wereld spreekt dat tegen. En behalve enige bijzondere ertsen en metalen ter vervaardiging van de atoombom, en zo voorts, weet men eigenlijk niet wat voor nieuws en beters zij de laatste eeuwen in haar weegschalen gewogen heeft, behalve de tabak.
Nu staat het ieder vrij te zeggen, dat de tabak maar een licht bedwelmingsmiddel is, ofwel met de koning James I of England: ‘Een gewoonte, onaangenaam voor het oog, hinderlijk voor de neus, schadelijk, voor het brein, gevaarlijk voor de longen, en die in hare zwarte stinkende walmen het meest gelijkt op de gruwelijke dampen der helle’, maar dat blijkt slechts een dwaze rook van vorstelijke woorden, de onverstandige geur van een slechte koning, die zijn wereld niet begreep. Er zijn zelfs Romeinse keizers geweest die de wijnstok uitroeiden; maar dat was in de vervaltijd....
Wat ik bedoelde te zeggen is dit, dat de tabak, die men niet beter kan tegenkomen dan in een bekwame sigaar, zelfs in haar
| |
| |
| |
| |
slechtere vormen, en slecht gebruikt, nog een voornaam en wereldbeheersend iets is, of ik heb het onsterfelijk stompje van den Commodore in de Noordelijke IJszee niet goed begrepen, noch de pruim waaruit een reddingsbootkapitein kracht en beleid putte om acht en veertig Italiaanders van een schip in nood te halen, noch de asbak volgestapeld met walgelijke eindjes, die er na een nacht werken van de dichter overblijft behalve het doorwrochte sonnet.
Maar al is dit alles als tabaksverbruik opmerkenswaardig, het heeft niets met de ware rookkunst te maken. Zomin als het glas cognac, dat men een half bevroren mens tussen de lippen giet met het ware drinken van cognac. Aangezien ik echter eens half bevroren ben geweest, en ook mijn uren heb beleefd met een koud stompje sigaar als enige troost en toeverlaat, achtte ik het juist mij zelf als kieskeurig roker eens terdege tegen te spreken. Al was het alleen maar om daarna met meer recht en kennis van zaken terug te keren tot de edeler wijze van roken, de enige
| |
| |
ware wijze, die ons de tabak het best doet genieten.
‘IJdelheyt der ydelheden seydt de Prediker’, (waarbij de schriftgeleerden hebben opgemerkt, dat men dit woord ydelheid beter vertalen kon met vluchtig en ijl als een damp). Maar de mens vergeet wel eens, dat hij, ik meen de Prediker, daarna zegt, als een laatste wijsheid: ‘Isset dan niet goed voor den mensche dat hij ete en drinke, ende dat hy syne ziele het goede doe genieten in syne arbeyt?’ Wat, vraagt een slechte roker verontwaardigd, heeft dit met de sigaar te maken! Columbus ontdekte Amerika eerst in 1492, zodat....
‘Soo datter niets nieuws en is onder de Sonne’ antwoord ik, met de Prediker. Eerst wie de vluchtigheid van het genot begrepen heeft, weet het te genieten, voor en na 1492. En daarom is een goed sigarenroker een wijs man, ook al weet hij niets van wijsbegeerte.
Laat ons daarom in een volgend kapittel terugkeren tot de ware wijze van roken.
|
|