XXVI
En zachte kinderhanden wischtèn troostend onze tranen weg en teere stemmen fluisterden de moedernaam... die zaligheid is.
HET is niet de werkelijkheid, die ons het zwaarst doet lijden.
Het is het lijden, dat wij verwachten in de toekomst die onzeker is en die wij niet kunnen overzien.
Truus zag dat lijden voor zich... eindeloos.
Een nieuw proces, alle ellende daarvan, en wist niet meer waarheen.
En plotseling vaagde een enkel geluid, een enkel woord, een daad, alle vrees voor de eenzame toekomst weg, en bracht haar terug tot het heden.
Zij had voor de derde maal een brief van den advocaat gelezen, die haar schreef, hem nu uiterlijk morgenochtend te melden, of zij in hooger beroep wenschte te gaan van het vonnis van echtscheiding, omdat de termijn binnen drie dagen verstreek.
Terwijl alle ellende, die daaraan verbonden was voor haar geest oprees, hoorde zij ineens buiten een stem, die haar met een schok deed oprijzen.
Ja... het was wel de stem van Boy.
Dan was hij in haar armen.
En voorbij was ineens alle vrees, alle lijden.
---------------
Smeder had verder het proces en den uitslag zooveel mogelijk voor Boy verborgen gehouden.
Boy bemerkte wel, dat er iets bijzonders was... iets,