Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 2
(1876)–H. Welters– AuteursrechtvrijUit onze geestenwereld.Het Duitsche gelijk het Grieksche Heidendom beschouwde de natuur als het verblijf van tallooze geesten, die zich in al hare werkingen openbaarden, waarvan elke soort haar bepaald gebied bezat en die ook op den mensch invloed uitoefenden. De Germaansche fabelleer gaf hun den naam van Alven of Elfen. Deze alven, zegt Dr Nuyens (De Godsd. der Germanen, Alm. Alb. Thijm 1871, p. 145), zijn de zinnebeeldige voorstellingen der natuurkrachten. Zij overloefden schier overal den val van het Heidendom, ook in ons vaderland. Men onderscheidt lucht- aard- water- vuur- veld- en woudgeesten. ]. Lucht- en aardgeesten of licht- en donkeralven. (Sylphes, vr. sylphides en gnômes.) De koning der luchtalven is Obéron, en hunne koningin is | |
[pagina 25]
| |
Titania, die in Brabant ‘Wanne Thekla’ wordt genoemd. (Wolf, Nederl. Sagen, p. 617.) Deze alven zijn welgevormd, zingen beter dan de zeemeerminnen en bewonen het glansrijk Alfheim. Het alvenblad of tooverinnenkruid is hun bijzonder dierbaar. De luchtalven dansen bij maneschijn tot het opkomen der zou of het eerste hanengekraai in de weiden. Wie goede oogen heeft kan er 's morgons in hot gras de kringen van zien on zich een voordeelig jaar beloven, want alvendans brengt zegen aan. (J. Ter Gouw, Volksvermaken.) Zij veranderen zich soms door middel van een zoogenaamd zwanenhemd of een zwanenring in zwanen on heeten derhalve ook zwanenjoukvrouwen. Delrio en HuddinghGa naar voetnoot(1) zeggen dat de nachtmerrie ook eene luchtalve is. Deze soort van geesten zijn in ons Limburg minder bekend, veel meer echter de zwart- of donkeralven. In de Scandinavische fabelleer zijn zij als wormen uit het vleesch van den reus IJmer, en volgens de Germaansche sage uit het stof der aarde voortgesproten. (Claire Von Glümer, Deutsche Myth. p. 38.) Het zijn leelijke en mismaakte dwergen, hebbende eene grootte van drie span tot die van een vierjarig kind, wonen volgens de Noordsche saga's in Niflheimr en volgens het volksbijgeloof in krochten. Rübezahl is hun koning en Holda hunne koningin. Dit volkje is listig, sluw, vlug, snaaksch, bedreven in allerhande kunsten, bewaart de verborgen schatten en kent de geheime eigenschappen van planten en steenen. Tot deze dwergen rekent men de aard-, heuvel- of auvermannetjes, ook kabouters (Duitsch: Kobolden; Platduitsch. Kabunter-mannekens en Gülterkens; Fransch: lutins, gobelins), tevens genoemd klabbers en roodmutsjes. Jan met de roode muts, bij de Walen: nutons of kunstige smeden en mijnwerkers. In Limburg bewoonden zij de zoogenaamde haagten, d.i. onderaardsche gangen. Zulke bestonden te Geleen, Stein, Echt, Reuver, Brunsum, Hoensbroek, waar men nog een Auverberg en Auvermoerbeek heeft, enz. Van de auvermannetjes werd hier te lande veel gesproken in de rustperiode na den Westfaalschen vrede. Zij vreesden het daglicht, lieten zich van niemand zien, vluchtten alle verkeer met de menschen en kwamen slechts des nachts uit hunne holen te voorschijn, ten einde aan de huizen der goede buren eenig huisraad ter leen te vragen. Deze voorwerpen werden steeds in de beste orde teruggebracht, vooral was het koper- en tinwerk blank als zilver geschuurd. Men verhaalt zelfs dat menige luie Griet haar huisraad op Zaterdag avond voor de kabouters buiten stelde, om er des Zondags mede te pronken. Goed en dankbaar jegens hunne weldoeners, waren zij van eenen anderen kant onverbiddelijke vijanden van hunne vervolgers. (Jos. Russel, De Auvermannetjes.) Hunne taal is de echo. | |
[pagina 26]
| |
2. De watergeesten, nikkersGa naar voetnoot(1) of duikers, vr. nixen. In Limburg kent men de nikkers, die in Holland schier vergeten zijn, onder de benaming van de ‘waterman’ of ‘de man met den haak’. De waterman verschijnt soms, zegt men, met eenen groenen hood, soms weder als een ruigbaardige grijs met eene roode muts. Het volk maakt de kinderen, die op den oever dor wateren spelen, bang voor den man met den haak, on zegt hun dat die man zwart is van kleur, tusschen de biezen schuilt en de badende menschen of spelende kinderen met eenen haak naar beneden haalt, het bloed der verdronkenen zuigt en hunne zielen in eene omgekeerde kruik gevangen houdt; als men de kruik omstoot, dan worden die zielen verlost. Men zegt ook dat de drenkelingen verward vlas moeten spinnen, totdat zij verlost worden. In vele plaatsen heerscht nog het bijgeloof, dat de vloed of het meer jaarlijks een offer eischt, gewoonlijk een kind of eene jonkvrouw. Dit wijst erop, dat men in den heidensch-germaanschen voortijd menschenoffers aan de watergoden aanbood. In Duilschland kent men minder de mannelijke, moer echter de vrouwelijke waterspoken, b.v. de ‘Lorelei’ op de oevers van den Rijn. Men noemt ze nixen (Fr. ondines). De nixen hebben veel gelijkenis met de menschen: groene tanden, groote oogen, koud bloed, en als zij zich buiten het water vertoonen, hebben zij eenen natten zoom aan haar kleed of voorschoot. Zij zingen overheerlijk en wonen in koralen waterpaleizen. 3. De vuurgeesten of salamanders, dienen de wijzen. Hunne vrouwen en kinderen laten zich weinig zien. Tot deze geesten rekent men het elf- of dwaallicht, de blauwe vuurtjes en het St. Elmsvuur. Het elf-, dwaal- of hiplicht, waaslicht of stalkaars en drogfakkel, in Limburg de vuurman (Duitsch: Irrlicht, Irrwisch, Feueriger of Fuchtelmann; Fr. feu-follet, Eng. mab-led), werd vroeger aan de vuurelfen toegeschreven, die uit boosaardigheid in moerassige streken opstijgend, den reiziger, als hij niet midden in het wagenspoor trad of eenig kleedingstuk, b.v. een kous verkeerd aan had, deden verdwalen. Thans zijn de dwaallichtjes of lichtwormpjes of luchtverhevelingen, dampen, die uit poel of moeras opstijgen en in de lucht outvlammen. Het volksbijgeloof weet u echter nog te vertellen, dat de dwaallichtjes zieltjes zijn van ongodoopte kinderen, die don nachtreiziger aanlokken om door hem gedoopt te worden. In den overdrachtelijken zin zijn het wispelturige en veranderlijke menschen. De blauwe vuurtjes zijn vuurelfen, die zich vertoonen op plaatsen, waar schatten verborgen liggen. Onschuld en stilzwijgen worden bij het opgraven | |
[pagina 27]
| |
vereischt. Heeft de fortuinzoeker iets nieuws aan het lijf en brood en zout bij zich, dan kunnen hem de spoken niet deren. Het Sint Elmsvuur verschijnt op de masten der schepen en duidt storm aan. Men rekent ook nog tot de vuurgeosten de vurige veldspoken, zooals onrechtvaardige landmeters, afzetters van werklieden, diefachtige schaapherders en verleggers van grenspalen. 4. Voor woud- en veldgeesten kunnen wij de witte wijven, weerwolven, boe- of boedemannen en andere kwelgeesten, benevens de nachtmerrie houden. Witte wijven. (Zie de noot bij de sage der Witte Juffer van het gebroken Slot bl. 220, 1. Deel.) In de lange straat of lingstraat buiten den zoogenaamden Roekenbosch (Groote- of Hoogenbosch) te Blitterswijk, spoken des nachts twee witte juffers, die soms de paarden in de kar gespannen, verschrikken, uitspannen en de kar doen omkantelen. Ongelukken vallen er niet bij voor. - Bijna op elke plaats in Limburg weet men u van witte-wijven of witte jufforspoken te verhalen. De weerwolf, mensch- of manwolf (Angels, verevulf), samengesteld uit wolf en wêr, een verouderd woord dat even als het gothisch wair en latijnsch vir, man, beteekent. Weerwolven zijn volgens Goerres (Chr. Mystik, t. iii, p. 271) menschen, die aan eene bepaalde ziekte, zooals b.v. de hondsdolheid lijden, meenen dat zij in wolven zijn veranderd on alle manieren van dit vraatzuchtig roofdier aannemen. In het volksbijgeloof zijn het menschen, meestal toovenaars, die zich door middel van oen zoogenaamd wolfshemd of wolfsgordel, een zwart wambuis of haren riem, die hun de booze verstrekt, in wolven veranderen, vooral omtreeks St. Jan of Kerstmis. Als men blank staal op den weerwolf werpt, moet hij de menschelijke gedaante weer aannemen. Als de kleeding van eenen weerwolf bij toeval wordt weggenomen, kan hij zijne menschelijke gedaante niet meer terug bekomen dan door een zoogenaamd St. Georgius-hemd, gesponnen en genaaid door een onschuldig meisje, in stilzwijgen, zeven jaren lang. Ditzelfde hemd maakt den bezitter sterk en zegevierend. (Claire Von Glümer, Deutsche Myth. p. 189.) In de Noordsche mythen spoelt de wolf cene groote rol. Reeds konden volgens Herodotes (iv, 105) de Scythen, gelijk ook de Grieken en Romeinen, den weerwolf. In de middeleeuwen was het bijgeloof aan dit monster zeer door Noord-Europa verspreid. Bij de Noordsche volkeren bestaat nog de Sage dat er oen groote wolf bij het naderen van eenen oorlog rondloopt. In de 16. en 17. eeuw werden er velen ten vure gedoemd als weerwolven. Hier te lande noemt men eon onaangenaam, slordig en wrevelig mensch nog ‘weerwolf’, verder wordt er niet meer van gesproken. De boe-mannen, beukels, boekerels, bietebauwen, bullebakken, molikken of boldergeesten zijn in Limburg gedruismakende geesten met stierenkoppen, overigens van menschen gedaante, en kunnen enkel door hen, die met den helm | |
[pagina 28]
| |
geboren of Zondagskinderen zijn, of door houden met gele plekken boven de oogen, gezien worden. Tot deze behooren ook de flabbaarten, roode alven, die in het open veld spoken en hen die roekeloos spreken, plagen. (Fr. farfadets; ook Ridder Soksus genoemd.) Een flap is iemand die roekeloos en neuswijs, zoo maar in het honderd praat. Ook heeft men huisgeesten, die des nachts door den schoorsteen geld in huis brengen, en molikken of asschepoesters, geesten, die 's nachts in het vuur zitten. De nachtmerrie, nachtpaard ook maar genoemd (Duitsch: alp, Mahrwichtel, Fr. cauchemar; Eng. night-mare, de koningin Mab, van Shakespeare), is overal bekend als eene alve, die eene menschelijke gedaante aanneemt en de slapenden door drukking benauwt; ook meent het volk dat zij de paarden kwelt en hunne manen kamt, hetgeen des morgens aan bolletjes in staart en manen zichtbaar is. Om deze kwaal af te weren (moet men 's avonds de maag niet overladen), raadt Plinius reeds de Poeonia of Pinksterroos als behoedmiddel aan; het volk echter meent dat men de hakken van het schoeisel naar het bed moet keeren, of staal in het bed bewaren en het sleutelgat der deuren dicht stoppen. Om de paarden te behoeden, moet men een paardenschedel boven de stalling hangen. Men neemt de volgende proef om te onderzoeken of er eene nachtmerrie in huis is. Men bakt een pannekoek of ketelkoek (Jan in den zak); is er nu eene nachtmerrie in huis, dan wordt de koek niet gaar of komt niet dan geschonden uit de pan. Reuzen. In de schepping is, volgens de Gertnaansche mythologie, het reuzengeslacht, als het zinnelijk element, het eerst voortgebracht door Alvader en de Alrunen; vervolgens de Alf, als het element van den geest, en eindelijk de mensch, die beide in een juist evenwicht vereenigt; zoover de mensch in lichaamskracht boven den Alf staat, zoover is hij daarin beneden den reus. De reuzen zijn van 100-200 voeten groot, stappen met gemak over breede rivieren en meren, kaatsen met bergen; eenige zandkorrels, die zij laten vallen, worden heuvelen; een zware eik is hunne knots en wandelstaf. Zij bewaren een bijna eeuwig stilzwijgen. Goden en menschen vijandig, wonen de reuzen gaarne in rotsen, welker stukken zij lot allerhande behoeften gebruiken, vandaar dat de sage den oorsprong van groote steenhoopen in Duitschland en Noord-Nederland aan de reuzen toeschrijft. Hunnebedden heeten zulke zware steenen in Overijsel en Drente. Deze naam Hunnen komt niet van de Pannonische roofhorden onder koning Ettel of Attila, maar van eenen volksstam, die in onze streken voor de aankomst der Saksers gehuisd heeft en die veel van de reuzennatuur bezat. Vandaar dat men nu nog zegt ‘een kerel als een Hun’, en dat men hunne sporen in Limburg nog aantreft in den naam der familie Huyn van Amsteurade (zie de sage hieromtrent Deel i, p. 142) te Hunskerk, een bosch bij Munstergeleen, Hunsel en Hunnekom bij Nuth. (Zie Deel i, p. 219: Het Reuzengat te Echt.) | |
[pagina 29]
| |
Deze voorafgaande bemerkingen dienen tot verstand der navolgende, alsmede van andere sagen uit Deel i. Zij bewijzen genoegzaam het grootendeels ontstaan van het volksbijgeloof uit de oude Germaansche godenleer.
H. Welters. |
|