Ruttut, zei de boer, en smeet de glazen in (bij kaarten ruiten opspelen). |
Reinen of klaren wijn inschenken (onbewimpeld de waarheid zeggen). |
Rijke lui's kinderen zijn spoedig groot (huwbaar). |
Rood haar en elzenhout wassen zelden op goeden grond. |
Roode baard, schelmen aard. |
Recht hebt gij, maar zwijgen moet gij, zeide de man tegen de vrouw. |
Raad mij goed, zei de bruid, maar raad mij niet af. |
Rijkdom dient de wijzen en regeert de dwazen. |