Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg
(1982)–H. Welters– Auteursrechtelijk beschermdAugustus.Wie onder u, waarde lezers, de spreuk: ‘In het zweet van uw aanschijn zult gij uw brood eten’, nog niet genoeg begrijpt, ga slechts in Augustus op het veld om er de nijverige landbouwers te zien zwoegen. Zij maaien de halmen, binden de schoven of beladen de oogstkar met het kostelijk loon hunner moeiten, terwijl de vinnige zon hun aangezicht, handen en armen schroeit en dikke zweetdruppels over hunne gebruinde gelaatstrekken doet rollen. In weerwil echter van hun aftobbenden en afmattenden arbeid, smaakt hun brood en koffie of een koele dronk aan de nabijliggende wel geput, heerlijker dan menigen rijke het uitgezochtste feestgerecht, en in hun hart bedanken zij den Gever van van alle gaven, die hen ook wederom dit jaar met eenen gezegenden oogst heeft begunstigd. Oogsttijd en vreugde is het ook thans voor student en pensionnaire. Ook zij hebben in het zweet van hun aanschijn over boeken en schriften gebogen, de vroolijke vierdagen hunner jeugd wel verdiend. Het gaat naar huis! Het hart gaat open! De vogel spreidt de vlerken uit! Het lied schalt lustig in het rond! Het is vacantie! A, a, a, valete studia! Vivent les vacances! Ce sont les plus beaux jours de notre heureuse enfance qui | |
[pagina 49]
| |
viennent de retour! Ja, zij is terug, die onvergetelijke lange kermis! De vruchten zijn gerijpt; het is nu tijd van plukken! Moge de lieve jeugd deze dagen naar hartelust genieten, om nadien met nieuwen lust en frissche kracht weder aan het werk te gaan. Gelijk de vacantie echter ook al spoedig ten einde snelt, evenzoo ras vervliegt de jeugd zelve, de vier- en lentetijd des levens! Heil den jongeling, heil het meisje, die zich door vlijt en nauwgezetheid in den bloeitijd hunner jaren een rijken vruchtenschat voor den herfst en winter van hun bestaan hier op aarde hebben weten te vergaderen! Augustus werd vroeger als de zesde maand van het Romeinsch jaar ‘Sextilis’ genoemd, thans echter draagt hij dien naam naar Octavianus Augustus, eersten keizer der Romeinen. Volgens een besluit van den senaat werd hij sedert het jaar 8 vóór Christus aldus genoemd, wijl in deze maand Augustus voor de eerste maal consul geworden was, driemaal de eer der zegepraal genoten, Egypte aan de Romeinsche heerschappij onderworpen en den burgeroorlog geëindigd had. De maand Juli telde aanvankelijk dertig dagen. Opdat nu Augustus niet jaloersch op Julius Cesar zoude zijn, nam men één dag van Februari en voegde dien bij de maand des keizers. Februari had toenmaals in het gewoon jaar 29 en in het schrikkeljaar 30 dagen. Hierdoor komt het dat twee in het jaar op elkander volgende maanden, Juli en Augustus, 31 dagen tellen. Omdat in Augustus de oogst plaats grijpt, noemde Karel de Groote hem ‘Aerenmanoth’, aren- of oogstmaand; de Fransche republiek ‘Thermidor’ of hittemaand, van 22. Juli tot 22. Augustus. Boerenspreekwoorden. Drie weken groeien, drie weken bloeien, drie weken rijpen, en dan is het oogst. Wanneer het in de eerste week van Augustus heet is, komt een lange en witte winter. Noordenwind in Augustus brengt bestendig weêr. Het weder van s. Cassiaan (13.), houdt nog meerdere dagen aan. Maria-hemelvaarts zonneschijn brengt goeden wijn. Als de hazelnoten goed lukken, dan komen ook meestal veel eikels. Als men op s. Laurensdag een rijpe druif vindt, is veel hoop op goeden wijn. Als het regent op s. Jans onthoofding (29.), dan bederven de noten. Op eenen natten zomer volgt duurte in 't volgend jaar. Sint Laurens' wind maakt de boekweit blind (doof). Maria hemelvaartsdag of O.L. Vrouw-kruidwijn,Ga naar voetnoot(1) den 15., doelt | |
[pagina 50]
| |
op de schoone overlevering, volgens welke de apostelen in het graf van Maria, in stede van haar maagdelijk lichaam, bloemen en welriekende kruiden vonden. Voor de feestmis worden op dezen dag de ter kerk medegebrachte bundels van allerhande bloemen en kruiden (kruid-wisch) als behoedmiddel tegen donder en bliksem, ziekten en booze geesten, gewijd. Deze bundel bevat vooral de koningskaarsGa naar voetnoot(1) of hemelbrand, in Limburg de kruidwisch bij uitnemendheid genoemd. Wanneer het dondert, wordt er in de huisgezinnen een takje van verbrand. Oogstfeest, ook Martel-gans. Dit volks- en familiefeest was reeds bij onze heidensche voorouders tot dank voor den gezegenden oogst in zwang. Het wordt door gegoede boeren gevierd op den dag (of ook wel iets later) dat zij den laatsten graanwagen inschuren. Op den wagen wordt een bontversierde ‘mei’ geplaatst; juichend en springend wordt de wagen binnengehaald en de vroolijke stoet wordt door de boerin of halversche op koffie, bier en brandewijn met versche mik en vla getrakteerd. Wellicht doelt de uitdrukking van ‘Martel-gans’ op het martelen (d.i. slaan, rijden en braden eener gans bij rijke boeren vroeger gebruikelijk) na het gemartel der oogstdagen. Ook kan het eene corruptie zijn van ‘martel-garf’ of ‘martel-gas’, omdat op plaatsen, b.v. te Schinveld, van het laatst overgebleven stroo uit 't vorig jaar, bij deze gelegenheid een pop wordt gemaakt, die tot speelbal der boeren dient en als het ware ‘gemarteld’ wordt. De oogstgarven worden in het SpaanschGa naar voetnoot(2) ‘gassen’ genoemd. |
|