de ijskorst smelt van lieverlede. De lente nadert! Het gras begint reeds liefelijk te groenen, de knoppen van het struikhout zwellen en barsten al meer en meer. Als wij goed zoeken, vinden wij, einde Maart, wel een viooltje tusschen het gras verscholen. Een enkele vlinder, een onversaagd en noest bijtje wagen zich naar buiten. De leeuwerik zingt in het onmeetbaar luchtzwerk. De kievit is terug en vergast ons met zijne smakelijke eieren, terwijl de vink beproeft of hij het oude deuntje nog kan kweelen. Ganzen en hoenders geven reeds volop paascheieren. De jonge herten leggen hunne horens af; de oudere krijgen nieuwe takken.
En de mensch? Reeds is het daglicht eenige uren langer geworden; op den 21. Maart juist twaalf uren. De landman bemest zijne akkers en maakt zijne gereedschappen in orde. De herder voert bij goed weder zijne kudde naar buiten en de tuinman heeft de handen vol met boomsnoeien en planten.
Maart (Martius), de eerste maand van het oud-Romeinsch jaar, verdankt zijnen naam aan den krijgsgod Mars, die als stamvader en stichter van Rome opgegeven en de vader van Romulus en Remus genoemd wordt.
Karel de Groote noemde hem ‘Lenzinmanoth’, lentemaand. Lenzin of Lenginzin beteekent ‘verlengen’, want op den 21. Maart worden de dagen reeds langer dan de nachten. De Franken vierden de aankomst der lente door het Maartveld (Champ de Mars). De Fransche republikeinen noemden Maart ‘Ventôse’ of windmaand, van den 19. Febr. tot den 20. Maart, wegens de Maartsche buien.
Boerenspreekwoorden en regels: In Maart wordt de akker in gereedheid gebracht, vandaar het spreekwoord: ‘Maart houdt den ploeg bij den staart, maar April houdt hem weer stil’. In de maand Maart wordt de klaver gezaaid, de weilanden worden verzorgd, de molshoopen gebroken. In de moestuinen zaait men alle soorten van roode en witte kool, raapkool, spinazie, peterselie, kervel, porselein, kers, wortelen, pastinaken, selderij enz.; men plant aspersies, schalotten, knoflook; men verpoot de aardbeziën, dragon, zuring enz.; de zaaddragers voor alle koolsoorten, voor look-, raap- en wortelzaad worden uitgeplant; in de boomgaarden begint men te enten en te oculeeren; de boomen worden geplant, gezuiverd en gesnoeid. Sneeuw in Maart is schadelijk, vooral wanneer zij langzaam smelt, vandaar: ‘Maartsche sneeuw doet de vruchten