[Zielmis]
ZIELMIS, z.n., vr., der, of van de zielmis; meerv. zielmissen. Van ziel en mis, misse. In de roomsche kerk, eene mis, welke ter verlossing van eene, of meer zielen uit het vagevuur, gelezen wordt. Zielmissen doen. In een gemeen spreekwoord, komt de zamenstelling koperzielmis voor: kopergeld, koperzielmis, zulk geld, zulke waar.