[Zeneblad]
ZENEBLAD, z.n., onz., des zeneblads, of van het zeneblad; meerv. zenebladen. Het blad van den zeneboom, bij Kil. sineboom, hoogd. senesbaum, die in Egypte wast, maar ook in Italië en Frankrijk gekweekt wordt, en eene buikzuiverende kracht heeft; meest in het meerv. gebruikelijk: manna, tamarinde en zenebladen. Bij Linn. cassia senna; van het ital. sena, lat. senna.