[Windas]
WINDAS, z.n. o., van het windas; meerv. windassen. Van winden en as. Hoogd. winde, eng. windlass, windless, fr. vindas. Een werktuig van verschillende gedaante, waarmede men dingen van aanmerkelijke zwaarte op, of weg, kan winden: wanneer het windas nu rustte en stille stondt. Huijdecop. Vruchteloos poogde men het windas met den windboom rond te draaijen. Anders ook windaas, windasse. Kil.