Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 208]
| |
overgegeven: wat is die man winderig! terwijl het met windachtig deelt in den zin van windverwekkend: boonen zijn windachtig, of winderig. Van hier windachtigheid. |
|