Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 172]
| |
zonder meerv. De daad van weten: al ons weten blijft gebrekkig. Naar mijn weten, is, voor zoo veel ik weet: er is, naar mijn weten, nog geen schip aangekomen. Dezelfde beteekenis heeft, mijns wetens. Naar mijn beste weten, is, naar al de kennis, die ik er van heb. Met iemands weten, is, zoo, dat iemand er van weet: ik deed het met haar weten. Anders met iemands medeweten: ook met medeweten sijnes wijfs. Bijbelv. Willens en wetens, is, met opzet. Zamenstell.: wetenswaardig, enz. |
|