[Westen]
WESTEN, z.n., o., des westens, of van het westen; zonder meerv. Het westelijke gedeelte van evenveel welk ding: de toren staat gemeenlijk aan het Westen van de Kerk. Leijddese recht af beneden nae het westen der stadt. Bijbelv. De Kananiten uit het Westen van Palestina. Onbepaaldelijk, het westelijke gedeelte der