Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wereldwijze] WERELDWIJZE, z.n., m., des, of van den wereldwijzen; meerv. wereldwijzen. Van wereld en wijze. Iemand, die in wereldsche zaken ervaren en wijs is: de raadslagen der wereldwijzen werden verijdeld. Vorige Volgende