[Wegmaaijen]
WEGMAAIJEN, bedr. w., gelijkvl. Ik maaide weg, heb weggemaaid. Van weg en maaijen. Al maaijende wegnemen: de distels moeten niet weggemaaid, maar uitgetrokken, worden. Iemand het gras voor de voeten weg maaijen, hem de gelegenheid tot eene nutte of voordeelige werkzaamheid benemen.