[Vreetrompet]
VREETROMPET, z.n., vr., der, of van de, vreetrompet; meerv. vreetrompetten. Van vree, vrede en trompet. Bij Vond. eene trompet, waarop men tot viering van den vrede blaast. Dus is vredevuur een vuur, dat op een vredesfeest aangestoken wordt; maar ook een vliegend vuurtje, dat zich aan de masten der schepen hecht, en door de Zeelieden voor een goed voorteeken gehouden wordt. In het fr. feu de Saint-Elme. In het lat., als er twee bij elkanderen zijn, castores, gr. διοσϰονϱοι, Kil. vredvier.