Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Voormaals] VOORMAALS, bijw. Van voor en maal. Voorheen, te voren: gij hebt voormaels de aerde gegrondet. Bijbelv. Vorige Volgende