[Vitse]
VITSE, z.n., vr., der, of van de vitse; meerv. vitsen. Anders wikke. Een plantgewas, dat peulvruchten draagt, waarvan men achttien verschillende soorten telt, en waartoe ook de tuinboonen behooren. In het eng. viche, of vetch, fr. veche, of vesse, ital. veccia, lat. vicia, gr. βιϰιον, boh. wijkow, hoogd. wicke, zweed. wiker, wallis. gwijgg.