ven, om dat men zulks vaak door middel van vergiftigde vijgen deed. Eindelijk wordt vijg ook wel eens voor vijgeboom gebruikt: welk eene rijzige vijg! en is vijgen na Paschen, volgens Halma, mostaard na den maaltijd. Nopens vijg in oorvijg, zie veeg. Van ons vijg komen de zamenstell.: vijgboon, vijgeboom, vijgeblad, vijgekaas, vijgemelk, vijgemand, vijgpuist en vijgwrat, aambei enz. Ezelsvijg, paardevijg, enz.
Vijg, neders., deen fige, fr. figue, Ottfrid. figo, eng. fig, span. higua, sclav. figa, wend. fik, zweed. fikon, ital. fica, fico, lat. ficus, gr. συϰη, is denkelijk, even als de beteekenende zaak zelve, uit Azia oorspronkelijk.