[Verzameling]
VERZAMELING, z.n., vr., der of van de verzameling; meerv. verzamelingen. Verkleinw. verzamelingje. Van verzamelen. De daad van verzamelen: door verzameling van het verstrooide. Het gene verzameld is: eene goede verzameling van gezangen. Eene versamelinge van groote volcken. Bijbelv.