[Verstorven]
VERSTORVEN, bijv. n., zonder trappen van vergrooting. Eigenlijk een deelw. van versterven. Bij versterf van eigenaar veranderd: verstorvengoed. Kil., bij wien dit woord ook verschaald beteekent, in: verstorven wijn. Voorts overleden, ook als z.n.: een gebed voor den verstorvenen. Letterhelden, lang verstorven, en verslonden, door ongenaa des tijds. Antonid. De huijsvrouwe des verstorvenen. Bijbelv. Door eene doodelijke versterving aangetast: uw kout gebeente en asch is lang verstorven en verrot. Vond.