[Vermomd]
VERMOMD, bijv. n. en bijw., vermomder, vermomdst. Eigenlijk, een deelw. van vermommen. Als bijv. n., gemaskerd: hij werd door vermomde moordenaars aangerand. Ook op zich zelf, als z.n.: eenige vermomden vielen op hem aan. En figuurlijk: een vermomde vijand is gevaarlijker, dan een openbare. Als