[Verkalefateren]
VERKALEFATEREN, bedr. w., gelijkvl. Ik verkalefaterde, heb verkalefaterd. Van het onscheid. voorz. ver en kalefateren. Bij Kil. verkalefaten. Door kalefateren in eenen anderen toestand brengen: ik laat mijn schip verkalefateren. Aan kalefateren te koste leggen: hoe veel hebt gij dezen zomer wel verkalesaterd?