Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 109]
| |
scherpe, eene hooggestemde, aanspraak, of iets desgelijks, beteuteren, ter neder slaan, enz.: dat meisje wordt in huis verbluft. Een die regtschapen is wordt niet zoo ligt verbluft. Vond. Beschamen: dees wenk verbluft den tweeden Alexander. Moon. Van hier verbluffing. |
|