[Verbetering]
VERBETERING, z.n., vr., der, of van de verbetering; meerv. verbeteringen. De daad van verbeteren: verbetering van hart en wandel. Alle verandering is geene verbetering. Dat de verbeteringe aen de mueren Jerusalems toenam. Bijbelv. Verbeetring eerst verguisd, ging rond in zegepraal. En 't zingen van uw lied verving het spookverhaal. Loots. Onder verbetering is eene uitdrukking, waardoor men zijn gevoelen voor verbetering vatbaar verklaart: mij dunkt, onder verbetering, dat het zoo behoorde af te loopen. Zamenstell.: zelfsverbetering, enz. Van verbeteren.