Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 94]
| |
schouwen en bejegenen: Zij verachten alle volken, die zij niet haten. So bespotteden sij ons ende verachteden ons. Bijbelv. Zijn goedheid zal de hulde niet verachten van 't siddrend hart. L.D.S.P. Van hier verachtelijk, verachter, verachting, verachtzaam. Zamenstell.: verachtenswaardig. Dit woord luidt bij Kero farhacton, Ottfrid. abachten. Willeram. en Kero gebruiken in plaats daarvan ook farmanen, vermanen, met eene kwade meening, of eenen kwaden dunk, beschouwen en bejegenen. |
|