Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |
fr. vacance, rusttijd voor leeraren van hoogere en lagere scholen, en voor derzelver leerlingen: wanneer begint de groote vacantie? Ook voor de raadsheeren van hooge geregtshoven, Regeringsleden, enz.: als de vacantie voor het hof ten einde is. Zamenstell.: vacantiedag, vacantietijd. |
|