[Uitzoeken]
UITZOEKEN, bedr. w., onregelm. Ik zocht uit, heb uitgezocht. Van uit en zoeken. Al zoekende uitkiezen: hij zoekt de beste kersen uit. Tot dat ghij redenen uijtgesocht haddet. Bijbelvert. Van hier uitzoeking, en het deelw. uitgezocht, dat als bijv. n. gebruikt wordt. Zie dit woord hier boven.