Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 283]
| |
van iemand, wiens aanspraak daarop de naaste is, leveren: een verkocht ding, een afgelost pand, enz. uitleveren. Men leverde den gevangenen aan zijnen wettigen regter uit. Opleveren: het levert niet veel uit. Van hier uitlevering. |
|