Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 237] [p. 237] [Twijfeling] TWIJFELING, z.n., vr., der, of van de twijfeling; meerv. twijfelingen. De daad van twijfelen: door geen waan of twijfling meer belet. L.D.S.P. Er is geen grond tot twijfeling. Reeds bij Kero zuifalunga. Van twijfelen. Vorige Volgende