[Twijfelmoedig]
TWIJFELMOEDIG, bijv. n. en bijw., twijfelmoediger, twijfelmoedigst. Van twijfel en moedig. Door twijfeling in het gemoed geslingerd, en verontrust: sij ontsetteden haer alle, ende wierden twijffelmoedig. Bijbelvert. Van hier twijfelmoedigheid, twijfelmoediglijk.