Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Twaalfdoornig] TWAALFDOORNIG, bijv. n., zonder trappen van vergrooting. Van twaalf en doornig. Dezen bijnaam geeft men aan zeker slag van krabben: het is eene twaalfdoornige krab, of cancer dodecos. Vorige Volgende