[Trekgaren]
TREKGAREN, z.n., o., des trekgarens, of van het trekgaren; meerv. trekgarens. Van trekken en garen. Anders ook treknet. Een net, of garen, dat men door het water voorttrekt: in Oostenrijk bestempelt men een trekgaren, even als hier te lande ook dikwijls, met den naam van eene zegen.