door middel van eene of meer treden van plaats veranderen: ter zijde treden. Aan het venster treden. Ik quam eens treden op de strand. Cats. Tradt buiten zijne zaal. Vond. Wij traden binnen. Durft gij mij onder de oogen treden? In eens anders plaats treden, overdragtelijk, voor hem werken, lijden, enz. In het midden treden, pogingen doen, om twee strijdende partijen te vereenigen. Op het tooneel treden, een werkzaam aandeel aan eenig bedrijf nemen. Ter zake treden, zich daartoe begeven. Ergens in treden, zich daarmede inlaten. Souden wij in den abijme van zijn werken terden. M. v. Vaernew., waa terden eveneens voor treden gebezigd wordt, als scherden voor schreden. Hierin zal niet getreden worden, er zal daar aan niets gedaan worden. In het huwelijk treden, huwen. In een ambt treden, hetzelve aanvaarden. In zijn zoo veelde of zoo veelde jaar treden, zoo of zoo oud worden. In dienst treden, zich in dienst begeven. In verbintenis treden, dezelve aangaan. Treen in onderling verdragh. Vond. Voorts is treden, stappen, gaan: hij trad als eene paauw. In iemands voetstappen, of sporen, treden, overdragtelijk, hem navolgen: hij treedt in zijns vaders voetstappen. Die mannelijke vrouw treed in diens sporen weer. Oudaen. In 's Heeren wegen treden, het pad, 't welk hij voorschrijft, betreden: gij wilt, dat wij in uwe wegen treeden. L.D.S.P. Eindelijk, trappen: hard op den grond
treden. In eene plas treden. Op eenen worm treden. Iemand op de teen treden, overdragtelijk, hem een grievend hartzeer veroorzaken. Iemand op de hielen treden, overdragtelijk, hem van nabij vervolgen: den vijant op de hielen treet. Vond. Van hier tred, trede, treder, treedster. Zamenstell.: aantreden, aftreden, betreden, bijtreden, doortreden, hertreden, intreden, medetreden, natreden, optreden, overtreden, tegentreden, toetreden, tusschentreden, uittreden, vertreden, voorttreden, enz.
Treden, Kil. tratten, en terden, neders. treden, treen, angels. tredan, eng. tread, zweed. trada, ijsl. troda, Ottfrid. dretan en drettan. Notk. tretton, Ulphil. trudan, opperzwab. dretten, oostenr. tretten, hoogd. treten, is eene nabootsing van