[Tegenbeklag]
TEGENBEKLAG, z.n., o., des tegenbeklags, of van het tegenbeklag; meerv. tegenbeklagen. Van tegen en beklag. Een beklag, dat van den kant van iemand, over wien men zich beklaagd heeft, tegen den beklager wordt ingebragt: hij beantwoordde zulks met een vreesselijk tegenbeklag.