Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 46]
| |
kleinw. tegenbeleedigingje. Van tegen en beleediging. Eene beleediging, waarmede men eene ontvangene beleediging beantwoordt: door tegenbeleedigingen verbittert men zijnen beleediger gemeenlijk slechts des te meer. |
|