met geweld tot rede brengen kan. Haar op de tanden hebben, eenen baard hebben, de ondervinding en den moed van eenen man bezitten. Het gebit op de tanden nemen, van paarden gesproken, naar geen bestuur meer luisteren. Iets op zijne tanden nemen, met kracht ondernemen. Met lange tanden eten, weinig trek tot eten hebben. Het water loopt mij om de tanden, ik begin flaauw van honger te worden. Het water loopt mij daarvan om de tanden, ik hunker daarnaar. Zijne tanden ergens mede stoken, ergens mede spotten. Hoe staat gij zoo te tandtrekken? hoe talmt en dingt gij zoo? Met eenen mond vol tanden staan, beschroomd en verlegen zijn, om te spreken. De kersentanden zullen ons uitvallen, wij zullen geene kersen meer eten. De vernielende tanden van den tijd, het bedervend vermogen des tijds. Van hier tanden. Zamenstell.: tandarts, tandbalsem, tandbeen, tandblik, tandblikken, tandborstel, tandbrasem, tandeloos, tandenkalk, tandenrij, tandenstoker, tandhol, tandhoren, tandig, tandkoraal, tandkoter, tandkruid, tandmeester, tandmiddel, tandpijn, tandpijnboom, tandpleister, tandpoeijer, tandrad, tandschilfer, tandschrabber, tandschuijer, tandschuursel, tandswijze, tandtang, tandtrekken,
tandtrekker, tandtrekking, tandvijl, tandvisch, tandvleesch, tandvol, tandwortel, tandzader, tandzweer, enz. Ankertand, baktand, boventand, drietand, giftand, hoektand, hondstand, kunsttand, maaltand, oogtand, slagtand, snijtand, voortand, wisseltand, enz.
Tand, neders. tän, hoogd. zähn, opperd. zan, Ulphil. tunth, angels. toth, eng. tine en tooth, ijsl. tan, fr. dent, ital. dente, sp. diente, lat. dens, gr. ᾽οδους, ᾽οδοντος, perz. dendon. Vossius neemt het lat. dens voor edens, [iet]s, dat eet, of waarmede men eet; en op dezen grond heeft men gegist, of ons tand niet wel kon zijn voor tend, en dit voor etend, van eten. Anders wordt ons tand genomen voor eene verkorting van het deelw. ta-end, van het oude w. ta-en, ti-en, dat is trekken; derhalve iets, waarmede het wild gedierte trekt en scheurt, om op te eten; gelijk de tanden ook tot het zelfde einde den mensch gegeven zijn.