[Tafelet]
TAFELET, z.n., o., des tafelets, of van het tafelet; meerv. tafeletten. Verkleinw. tafeletje. Een bastaard verkleinwoord van tafel, naar het fr. tablette gevormd, en een gekalkt blaadje papier, of parkement, of een ivoren tafeltje, aanduidende, waarop met een stiftje geschreven wordt: uw hant aenvaerde deze bladen, dit tafelet, waarin ik onlangs schreef de spelling van de pen. Vond. In zuiverder Hollandsch zou men zulk een blaadje een schrijftafeltje kunnen noemen; in navolging van het hoogd. schreibtafel; en men geeft aan een boekje, dat uit zulke blaadjes gevormd is, den naam van tafelboekje.