[Syring]
SYRING, syringe, z.n., vr., der, of van de syring; meerv. syringen. Een bloemdragend plantgewas, waarvan men twee verschillende hoofdsoorten vindt: de gemeene, of Arabische, en de lage, of Perzische, syring. Dit woord is ontleend van het lat. syrinx, gr. συϱιγξ, eene rietpijp, omdat de syring lange regte loten heeft, die van binnen hol, en met een voos merg opgevuld, zijn; waarnaar zij in het eng. den naam van pipe-tree voert. Zamenstell.: syringebloesem, syringeboom, syringestruik, syringetak, enz.