[Swisent]
SWISENT, z.n., m., des swisents, of van den swisent; zonder meerv. Zeker soort van Virginische rooktabak: ik rook varinas met een weinig swisent. Ook worden daarvan karotten voor snuif gemaakt: dit is snuif van den allerbesten swisent.
Swisent, hoogd. suicent, is afkomstig van het eng. sweet-sent, dat eenen aangenamen geur aanduidt.