[Strijkgeld]
STRIJKGELD, z.n., o., des strijkgelds, of van het strijkgeld; zonder meerv. Van strijken en geld. Het geld, dat men bij eene openbare verkooping naar zich strijkt, als men het hoogste bod gedaan heeft, het trekgeld: strijkgeld is dikwijls stropgeld, verlokt iemand dikwijls, om al te hoog te bieden, en maakt alsdan dikwijls, dat hij aan het opgeveilde hangen blijft, zoo als men het uitdrukt.