Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 736] [p. 736] [Straftooneel] STRAFTOONEEL, z.n., o., des straftooneels, of van het straftooneel; meerv. straftooneelen. Van straf en tooneel. In den verhevenen spreektrant, een schavot: ik zag den goeden Koning het straftooneel optreden. Vorige Volgende