[Stoppelveer]
STOPPELVEER, z.n., vr., der, of van de stoppelveer; meerv. stoppelveren. Bij Kil. stoppelveder, stokveder, bloedveder. De nieuwe veren, die onder het ruijen der vogelen te voorschijn komen: de stoppelveren van het pluimgedierte lat en zich niet gemakkelijk plukken.