[Stokbeurs]
STOKBEURS, z.n., vr., der, of van de stokbeurs; meerv. stokbeurzen. Verkleinw. stokbeursje. Van stok en beurs. Eene beurs met een handvatsel daaraan, dat naar een klein stokje geleek; hoedanige beurzen oulings in gebruik waren, en op oude afbeeldingen voorkomen.