[Stinkpot]
STINKPOT, z.n., m., des stinkpots, of van den stinkpot; meerv. stinkpotten. Van stinken en pot. Een pot, die stinkt; verder een holle ijzeren bol, die, met stinkende brandstoffen opgevuld, uit eenen mortier ergens heen geschoten wordt, om er brand te verwekken: het regende bomben, haubitsers, en stinkpotten.