[Stik]
STIK, steke, een woord, dat, gansch anders dan stief, aan de beteekenissen der woorden, waarmede het vereenigd wordt eene meerdere sterkte bijzet. Zie stekeblind. Van hier stikdonker, volkomen donker. Maar die kracht van stik gaat verloren in stikziende, en dit beteekent, zoo ziende, als of het stikdonker was: hij is stikziende, en houdt al wat hij bekijken wil, digt onder zijne oogen.