[Sterrendak]
STERRENDAK, z.n., o., des sterrendaks, of van het sterrendak; zonder meerv. Van sterren en dak. Het zoogenoemde uitspansel, of, eigenlijk, dat gedeelte van de lucht, dat boven ons is, en daar een dak schijnt te vormen, dat met sterren bezet is, en waarvan de verbeelding zich eveneens een gewelf vormt, dat den naam van sterrengewelf, starrengewelf, of stargewelf voert: 't wijduitgestrekte vak van 't hooge sterrendak, vertoont zijn wijs beleid. L.D.S.P.