[Sterrekunde]
STERREKUNDE, z.n., vr., der, of van de sterrekunde; zonder meerv. Van ster en kunde. Kunde van de sterren, een verheven tak van de Natuurkunde: hij heeft groote vorderingen in de sterrekunde gemaakt. Van hier sterrekundig, bijv. n., dat intusschen meermalen als een z.n. gebezigd wordt: het is geen sterrekijker, maar een sterrekundige.