Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 662]
| |
meerv. steentangen. Van steen en tang. Een bouwkunstig werktuig om groote steenen om hoog te trekken: zulk een brok marmer is zonder steentang niet boven te krijgen. Voorts, eene tang, om den graveelsteen uit de waterblaas te halen: die steentang is van de nieuwste uitvinding. |
|