[Steeds]
STEEDS, volgens Kil. oulings ook staeds, staets, en stets, of steds, en niet slechts een bijw., maar ook een bijv. n., even als stede, zie stadig. Doch hedendaags enkel een bijw. zonder trappen van vergrooting. Bestendiglijk, geduriglijk, gestadiglijk: hij blijft mij steeds genegen. Zij worden steeds zijn hulp gewaar. L.D.S.P. Dit bijw. in het hoogd. stêts, zweed. stades, stadse, komt van stede, vast, en met hetzelve van steden, staden, vast plaatsen, zie stadig.